Wat de Staatsmijn Maurits ons naliet
In Geleen stond eens de "Prins" van de mijnen. De Staatsmijn Maurits, de grootste van Europa. Vergezeld werd de mijn van een naastgelegen cokesfabriek. Bij de ingang, maar ook boven de hoofdingang worden we herinnerd aan de glorietijd van deze mijn. Als we over de hoofdingang heen kijken, zien we ook nog één van de twee watertorens staan. Aan de zuidkant van het terrein zien we enkele bewaard gebleven en nog in gebruik zijnde gebouwen, die in tijde van de steenkolenmijn ook al dienst deden. Door de afrastering zien we in de verte de restanten van de steenberg liggen. In een parkje in de buurt van de hoofdingang zien we een monument, opgedragen aan de ééns zo florissante en bloeiende steenkolenindustrie in de Zuid-Limburgse mijnstreek.
Nabij de ingang van de voormalige staatsmijn Maurits bevinden zich de twee ornamenten, die de oude ingang kenmerkte zich nog steeds, alhoewel ze na de mijnsluiting enkele meters zijn verplaatst. Ook boven de deur van de toenmalige personeelsingang zijn de ornamenten, met het opschrift "STAATSMYN MAURITS", bewaard gebleven.
De ingang anno 2006
De bewaarde ornamenten bij de hoofdingang
De bewaarde ornamenten bij de hoofdingang
De ingang van de staatsmijn Maurits rond 1945
De loonhal, het gebouw met het spitse dak, die hierboven op de zwart/wit foto uit 1945 te zien is, is helaas na de mijnsluiting afgebroken. De rest van de toenmalige ingang heeft de slopershamer gelukkig kunnen ontlopen. Ook de "brug" die via een naastgelegen gebouw richting schacht liep bestaat nog.
Links van de ingang, iets verder op het terrein staat nog één van de twee grotere, betonnen watertorens.
Tegenover de toenmalige hoofdingang staat een prachtig beeld van de Heilige Barbara. Zij wordt gerekend tot de veertien helpsters in nood. Op grond van haar levensverhaal geldt de H. Barbara als beschermster tegen brand en bliksem en tegen een plotselinge dood. Ook kan haar hulp ingeroepen worden als storm het land verwoest. De H. Barbara is ook de beschermheilige van verschillende gevaarlijke beroepen, in het bijzonder van de artilleristen en mijnwerkers, maar ook van de infanteristen, telegrafisten, genisten, ingenieurs, brandweerlieden, architecten, boeren, dakdekkers, metselaars, bouwvakkers, klokkengieters, metaalgieters, smeden, steenhouwers, beiaardiers, koks, hoedenmakers, slagers, gevangenen, meisjes, stervenden, torens, vestingen, geologen en explosievenruimers en van de inwoners van Vreeswijk. In Zuid-Limburg was het feest van Sint-Barbara, als patrones van de mijnwerkers, een van de belangrijkste feestdagen van het jaar en lange tijd een vrije dag. Met de mijnsluiting in Nederlands Limburg kwam daar een einde aan. Ze wordt op 4 december herdacht.
Schacht I en II
Na de sluiting van de staatsmijn Maurits in 1967 werden de schachten I en II, op de 391 meter verdieping, middels een betonnen prop afgedicht. Vervolgens werden de schachten gevuld met mijnsteen, afkomstig van de nabijgelegen steenberg en op het maaiveld afgedekt met een betonnen deksel.
Op de foto's hiernaast zijn de betonnen deksels van schacht I en II te zien.
De betonnen schachtdeksel van schacht I
De betonnen schachtdeksel van schacht II
De locatie van de voormalige schachten I, II en III
Monumenten
Vlakbij de ingang van de voormalige Staatsmijn Maurits te Geleen staan onderstaande muren met afbeeldingen van respectievelijk de mijnbouw en de akkerbouw.
"Mijnindustrie"
"Landbouw"
Iets ten zuiden van de voormalige ingang staat onderstaande, met mozaiekstukjes ingelegde muur. Het Glasmozaïek staat op de hoek van de Mijnweg en de Tunnelstraat Het Glasmozaïek is van kunstenaar Harrie Schoonbrood uit Maastricht. Het drukt de verbondenheid van Geleen met de Staatsmijnen uit. Links bovenaan enkele mijngebouwen en de steenberg. Links midden/onder: De boerenstand, boer met spade en drie korenschoven. Midden: Mijnwerkersfamilie. Rechts: Blijde jeugd. Opschrift aan de bovenkant: 'De landman ploegt niet meer zijn voren want wijken moest het wuivend koren'. Opschrift beneden: 'God blijve ons geven arbeidsvreugd en schenke toekomst aan de jeugd.
"De landman ploegt niet meer zijn voren, want wijken moest het wuivend koren"
Een vierde staatsmijn
De gemeenteraad van Geleen tekende in Den Haag protest aan tegen de mogelijke vestiging van een mijnzetel binnen haar rustige, behoudende agrarische gemeenschap.
Uit de brief van het gemeentebestuur Geleen, 14 maart 1908:
‘Maar laten wij eens zien de nadeelen die Geleen van de mijnen zou lijden. Over de moreele nadeelen zullen wij eens niet spreken maar de materieele slechts dit ééne: Waar moeten de landbouwers komen aan werklieden voor hunnen landerijen. Hoeveel zullen zij deze moeten betalen. Neen Geleen is ons te lief met zijne gezonde brave en welvarende bevolking om deze te verlagen tot mijnslaven.’
In de toenmalige gemeente Sittard groeide ondertussen de hoop dat de ‘buit’ kon worden binnengehaald en bij Koninklijk Besluit van 12 maart 1915 ging de kogel door de kerk. De vierde staatsmijn kwam in Lutterade. Van daaruit bestonden de beste mogelijkheden om de zogeheten Maasvelden te ontginnen. Eén jaar later kreeg deze mijn de officiële naam Staatsmijn Maurits.
Beelden en sculpturen
Ook in de directe omgeving van de voormalige staatsmijn Maurits te Lutterade wordt de mijnbouw herdacht. Zo staat in de wijk "Lindenheuvel" (bloemenbuurt) een standbeeld van een mijnwerker (2006). Dit beeld is een exacte replica van het origineel, dat in de voormalige loonhal van de mijn stond en tegenwoordig in het gemeentehuis staat.
Kunstwerk “Aafgebrende Gaaskaetel”
Het monument van de “Aafgebrende Gaaskaetel” heeft meer een cultureel-historische betekenis voor de stad dan een esthetische waarde als kunstwerk. Er bestaat een sfeervolle ingekleurde tekening van H. Zeekaf die deze dramatischegebeurtenis voor vele vluchtende Geleendenaren richting Daniken in 1958 heeft weergegeven. Het rechtergedeelte draagt de datum van de brand, die veroorzaakt wordt door drie glimmende bolbommen boven drie geschakelde pannendaken. Tekst : “1 September 1944 beschieting gashouder “. Op het linkergedeelte van het monument wordt het bombardement op Geleen uitgebeeld door vluchtende mannen, vrouwen en kinderen rechtop lopend.
Standbeeld van een mijnwerker
De Heilige Barbara
Historie
Het monument van de “Aafgebrende Gaaskaetel “ bevindt zich in het plantsoentje aan de Augustinusstraat-Pastoor van Eijsstraat. Jean Willems heeft begin jaren 2000 zijn plan voorgelegd aan de werkgroep Beeldende Kunst van de voormalige gemeente Geleen. Deze vond de grafisch vormgever E. de Slot bereid het ontwerp op papier verder uit te werken. De kunstenaar Jo Ramakers uit Beek heeft het ontwerp verder vorm gegeven.
Dit monument is een blijvende herinnering aan die voor Geleen zo dramatische gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op maandagavond 1 september 2003 werd het monument “De Aafgebrende Gaaskaetel” door burgemeester Dijkstra van Sittard- Geleen onthuld. Door dit bombardement op Geleen, vielen er 83 doden, waarbij enkele families zeer zwaar werden getroffen.
Op 1 september 1944 is deze kolossale gashouder door een Amerikaanse jachtbommenwerper van het type P-47 Thunderbolt in brand geschoten en onherstelbaar beschadigd. De drie vliegtuigen boven het rechter gedeelte van dit monument afgebeeld op drie stangen zijn echter vliegtuigen van het type Spitfire van de Britse RAF (Royal Air Force). Dit wordt door Sjef Maas het schoonheidsfoutje genoemd. Historici streven immers naar historische juistheid. In het midden van het monument prijkt de brandende gasketel van de Cokesfabriek Maurits, “de grootste gasketel van heel Europa”.
Uit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de stad Aken eigenlijk het doelwit was en niet de staatsmijn Maurits. Een vergissing dus en wel een met grote gevolgen.
Steenberg
De Staatsmijn Maurits in Lutterade, Geleen, had het grootste steenstort van alle Nederlandse steenkolenmijnen. Om een indruk te krijgen over de omvang van deze grootste steenberg, hier enkele cijfers: De steenberg van de Staatsmijn Maurits te Geleen bevatte uiteindelijk 26.000.000 ton steen, was 110 meter hoog en besloeg een oppervlakte van meer dan 84 hectare.