Staatsmijn Maurits 1923 - 1967
Kaartconcessie Staatsmijn Maurits
Productiegegevens : 96.214.000 ton
e staatsmijn Maurits stond in Lutterade, Geleen (tegenwoordig Sittard-Geleen), en was de grootste steenkolenmijn van Nederland. Tot de aanleg van de derde schacht in 1958 was het tevens de grootste tweeschachtenmijn ter wereld.
Bij Kon. Besluit van 12 Maart 1915 werd bepaald, dat de zetel van de vierde Staatsmijn in Lutterade-Geleen zou worden gevestigd. Bij Kon. Besluit van 21 januari 1916 werd aan de vierde Staatsmijn de naam ‘Staatsmijn Maurits’ gegeven, naar de tweede zoon van Willem van Oranje. Met de aanleg van de mijn werd in 1915 begonnen, een jaar later startte men met de bouw van de eerste twee schachten. In 1923 werd een begin gemaakt met de ontsluiting van de bovenste twee verdiepingen.
Officieel kwam Staatsmijn Maurits in 1926 in bedrijf. De in de mijn geproduceerde vetkolen werden toegepast als industriebrandstof, de fijnkool werd verwerkt in de cokesfabriek van de onderneming. Op haar hoogtepunt werden er jaarlijks ongeveer 2½ miljoen ton kolen naar boven gebracht. De totale productie bedroeg meer dan 96 miljoen ton.
De mijn beschikte over zeven verdiepingen die aangelegd waren op 391, 455, 548, 660 en 810 meter onder het maaiveld. De verdiepingen strekten zich in het concessieveld op verschillende plaatsen tot meer dan vijf kilometer vanaf de schachten uit, ze hadden elk een oppervlakte zo groot als die van de stad Amsterdam.
De schachten
De Staatsmijn Maurits had drie schachten:
- Schacht I maaiveld ca + 70,00 m A.P.
- Schacht II maaiveld ca + 72,00 m A.P.
- Schacht III maaiveld ca + 71,20 m A.P.
De Maurits had zeven verdiepingen:
- 230-m verd.
- 319-m verd.
- 384-m verd.
- 478-m verd.
- 588-m verd.
- 738-m verd.
- 785-m verd.
Schachtdieptes van de Sm. Maurits
Locatie van schacht I van de Sm. Maurits
Aanlegschacht I van de staatsmijn Maurits in 1916 (Foto's:DSM)
De staatsmijn Maurits te Geleen in aanleg in de winter van 1916-1917.
V.l.n.r. het bevrieshuis, afkomstig van de staatsmijn Hendrik, de tijdelijke schachtbok van schacht I (van de staatsmijn Emma afkomstig), het tijdelijk gebouw van de ophaalmachine (machine afkomstig van de Hendrik), een spoorwagon en de definitieve werkplaats en aanbouw waarachter vermoedelijk de directiekeet.
De boortoren voor het afdiepen van schacht I van de Staatsmijn Maurits in 1916. Helemaal rechts op de foto staat het "Kapelke van Biesjtand". Kijk bij de rubriek "Wist u dat...?" voor meer informatie hierover.
Hendrik Cleuskens (Foto: Archief Hub Kitzen)
Hendrik Cleuskens
Het eerste slachtoffer in de Staatsmijn Maurits.
De 23-jarige Henricus Hubertus (Hendrik) Cleuskens uit de Brugstraat in Stein struikelde op vrijdagmorgen om 08.30 op 29 juni 1923 ondergronds op de laadplaats van de 455-meterverdieping, viel vijf meter in de schacht en kwam met zijn hoofd op een putdeksel terecht. Hij moet vrijwel meteen dood zijn geweest. De heer Cleuskens woonde bij zijn ouders in de Brugstraat te Stein en was ongehuwd.
Limburger koerier 07-07-1923
Vanaf 1947 was de mijn verbonden met de Staatsmijn Emma door een ondergrondse steengang met een lengte van dertien kilometer.
Daar de Staatsmijn Emma sinds 1956 op haar beurt ondergronds verbonden was met de Staatsmijn Hendrik, was het mogelijk om ondergronds van Geleen naar Brunssum te reizen, een tocht die nagenoeg de gehele mijnstreek (en daarmee de provincie Limburg) van west naar oost doorkruiste.
Affiche steenkoolproductie Staatsmijn Maurits 1927
Schacht I en II
De mijn bezat aanvankelijk twee schachten. In 1958 werd een derde schacht aangelegd. De imposante, betonnen schachtbok van schacht III was, een de grootste in zijn soort.
Schacht I (Foto: DSM)
Ophaalmachine IA van schacht I (Foto: DSM)
Ophaalmachine IB van schacht I (Foto: DSM)
Alle vier de ophaalmachines van de schachten I en II van de Staatsmijn Maurits waren van het fabricaat "Smit Slikkerveer" en leverde ieder maar liefst 1900 pk.
Schacht II (voorgrond) (Foto: DSM)
Ophaalmachine IIA van schacht II (Foto: DSM)
Ophaalmachine IIB van schacht II
Bombardement van Geleen in 1942: Schacht II beschadigd.
Op 5 oktober 1942 werd Geleen en omgeving per ongeluk gebombardeerd door de RAF met 30 toestellen. Bij de aanval, die plaats vond in de late avond, kwam ook de Staatsmijn Maurits onder vuur te liggen. Schacht I werd door brandbommen getroffen, waardoor deze onbruikbaar werd. Schacht II had nauwelijks schade. De mijnwerkers die ondergronds verbleven werden via de ladderafdeling van deze schacht geëvacueerd. Na inspectie werd de schacht de volgende dag weer vrijgegeven voor personenvervoer. Er vielen negen bommen op het Mauritscomplex, hierbij ontstonden forse branden, onder meer op het houtterrein en het emplacement. De branden werden bestreden door de bedrijfsbrandweer en korpsen van andere mijnen en andere gemeenten, geholpen door de brandweer uit het Duitse Geilenkirchen. Op de mijn vond een arbeider de dood. Daarbij vielen nog twee zwaargewonden en 42 lichtgewonden. Op de cokesfabriek Maurits kwam ook een arbeider om. De materiële schade werd op 1.6 miljoen gulden geschat. Na ongeveer een half jaar lag de productie weer op het oude peil. (Bron: Wikipedia)
Schacht III
Links op de foto de imposante, betonnen schachtbok van schacht III. Deze schacht had 2, bovenin geplaatste ophaalmachines (IIIA en IIIB), van de fabrikant "Smit Slikkerveer". De beide ophaalmachines hadden een vermogen van bijna 2000 pk! Ook de vier ophaalmachines van schacht I en II waren van dit fabricaat. Ook deze twee machines leverden per stuk maar liefst 1900 pk.
Schacht III
Schacht III
Schacht III (Foto: DSM)
Ophaalmachine IIIA van schacht III (Foto: DSM)
Ophaalmachine IIIB van schacht III (Foto: DSM)
Mijnongeluk 1958
Op 3 maart 1958 kwamen in de mijn zeven mijnwerkers om het leven door een instorting in een pijler. Het betrof drie Nederlanders, twee Italianen, een Pool en een Engelsman. Het duurde drie dagen voordat alle slachtoffers waren geborgen.
Het ongeluk voltrok zich in een pijler die gelegen was tussen de verdiepingen op 391 en 455 meter, zo’n anderhalve kilometer van de schacht. De 96 meter lange pijler was een week vóór de instorting in bedrijf genomen vanuit een zogenoemde doortocht. Het betrof een breukpijler, hier laat men een van steenkool ontdaan gedeelte gecontroleerd instorten door het ondersteuningsmateriaal weg te nemen. Deze laatste handeling wordt roven genoemd.
De toestand in de pijler leek bij de uitvoering van de werkzaamheden normaal, ook bij voorafgaande inspectie waren geen onregelmatigheden ontdekt. Op 3 maart is plotseling de daklaag boven de pijler gaan schuiven. Hierbij werd de ijzeren pijlerondersteuning over een lengte van 37 meter omver gedrukt. Van de 18 mijnwerkers die in het ingestorte stuk werkten wisten er 11 nog tijdig te vluchten, de overige zeven mijnwerkers werden onder instortend gesteente bedolven en kwamen om. Met het opruimingswerk werd onmiddellijk begonnen. Doordat de instorting zich nabij de afvoergalerij had voorgedaan, was het bouwwerk hiervan verschoven. Deze galerij moest daarom eerst worden beveiligd. Vervolgens werd begonnen met het opruimen van de instorting. De eerste twee slachtoffers werden binnen 12 uur bovengronds gebracht.
Algemeen Dagblad 04-03-1958
Na drie dagen van onafgebroken doorwerken waren alle zeven omgekomen mijnwerkers geborgen. Bij onderzoek naar de oorzaak van de ramp bleek dat zich boven de kolenlaag een laag gesteente van circa 1,70 meter dikte bevond die plotseling is afgeschoven. Daarboven bevond zich, door een glad scheidingsvlak begrensd, een hardere gesteentelaag die bij de instorting geheel intact bleef. Deze laag was dermate hard en samenhangend, dat zij het breken van de onderste daklaag niet volgde. Doordat de onderste daklaag loskwam en wegschoof werd de pijlerondersteuning omver gedrukt. (Bron: Wikipedia)
Steenberg
De Staatsmijn Maurits in Lutterade, Geleen, had het grootste steenstort van alle Nederlandse steenkolenmijnen. Om een indruk te krijgen over de omvang van deze grootste steenberg, hier enkele cijfers: De steenberg van de Staatsmijn Maurits te Geleen bevatte uiteindelijk 26.000.000 ton steen, was 110 meter hoog en besloeg een oppervlakte van meer dan 84 hectare.
Steenstort van de Staatsmijn Maurits te Lutterade, Geleen rond 1955 (Foto: DSM)
Luchtfoto van het voormalige mijnterrein van de Staatsmijn Maurits met links de restanten van de eens zo grote steenberg (Foto: Bing Maps)
Sloop
Na de sluiting en sloop van de mijn in 1967 heeft DSM, dat al in 1929 de cokesfabriek Maurits en het stikstofbindingsbedrijf (SBB) op het mijnterrein had gevestigd, ook zijn nieuwe petrochemische tak op het terrein gevestigd. Dit is tegenwoordig het zuidelijke deel van bedrijventerrein Chemelot. Het noordelijke deel staat nog altijd in het teken van de anorganische chemie, net als ten tijde van de Staatsmijn.