Mijnspoor | Sm. Hk

Mijnspoor van de Staatsmijn Hendrik

De aanleg van het mijnspoor steenstort Emma-Hendrik - staatsmijn Emma (1915)

e staatsmijn Emma in Heerlen en de iets oostelijker, in Brunssum gelegen staatsmijn Hendrik, waren niet alleen ondergronds met elkaar verbonden, maar deelden bovengronds ook een belangrijke verbintenis, namelijk een spoorwegverbinding. Deze Mijnspoorweg diende niet alleen voor het transport van de gedolven kolen naar bijvoorbeeld de Staatsmijnhaven in Stein, maar ook voor de afvoer van mijnsteen uit de kolenwasserijen naar het in Brunssum gelegen steenstort van beide staatsmijnen.

Omdat bij de bouwplannen van de staatsmijn Emma, begin 20e eeuw, geen mogelijkheid bestond om in de nabijheid van de mijn een steenstort te realiseren, werd uitgeweken naar een gebied, ten oosten van de gemeente Brunssum, tegen de grens met Duitsland. Enkele jaren later zou ook de in 1915 gebouwde staatsmijn Hendrik in Brunssum van deze locatie als steenstort gebruik gaan maken.

Situatie mijnspoor tussen de staatsmijnen Emma en Hendrik in 1950 (Foto: Ron Slangen)

Werkzaamheden aan de spoorlijn van Staatsmijn Emma naar Staatsmijn Hendrik te Brunssum, foto 1922. De man rechts, met witte strohoed, is opzichter Smorenburg. Rechts het seinhuis aan de Koolweg. Links naast de wagons, de “muur” (Alle foto's: met dank aan de Heemkundevereniging Brunssum)

1917 (Rimburgerweg)

Het vervoer van mijnsteen naar het steenstort

Het steenstort van de Emma-Hendrik lag in oostelijke richting, direct aan het terrein van de staatsmijn Hendrik vast. Het terrein van de Hendrik en het terrein van het steenstort werden gescheiden door de enkele meters dieper gelegen Rimburgerweg. Deze weg was in de beginjaren van de vorige eeuw een belangrijke aanvoerweg voor onder andere de in de Brunssummerheide gedolven Bruinkool, maar ook voor klei, zand en grind uit de eigen groeves van de Staatsmijnen.

Om het mijnsteen uit de beide staatsmijnen zo efficiënt mogelijk naar het steenstort Emma-Hendrik te vervoeren, werd in 1917 gestart met de bouw van een betonnen viaduct over de Rimburgerweg.

De situatie nabij het viaduct over de Rimburgerweg rond 1918. Op de foto is duidelijk te herkennen dat de spoorlijn naar bruinkoolontginning “Energie“, in schuine richting onder het viaduct doorloopt. De spoorlijn kwam in 1917 gereed evenals het viaduct over de Rimburgerweg. Het mijnspoor over het viaduct is nog niet gereed. (Foto: Heemkunde Brunssum)

Hier zou de spoorlijn, komende van de staatsmijn Emma, via de staatsmijn Hendrik, over dit viaduct doorgetrokken worden, om zo een verbinding met het steenstortterrein te verkrijgen.

Op het viaduct werd een enkel spoor gelegd, waarop een locomotief af en aan zou gaan rijden, om het mijnsteen naar het steenstort te vervoeren en te storten. (Foto's: Heemkunde Brunssum)

Het viaduct over de Rimburgerweg met eronderdoor de spoorails.

Het viaduct over de Rimburgerweg rond 1920

Limburger-Koerier-27-05-1921

Limburgs Dagblad 12-07-1928

(1)

Het viaduct in het nieuws

Het viaduct haalde in het verleden een aantal keren het nieuws. Op de foto hiernaast (1) zijn de restanten te zien van een Duits legervoertuig, dat op een eigen landmijn reed. De inzittenden kwamen hierbij om. De krantenartikelen spreken voor zich.

Het vervoer van kolen

Richting westen werd de staatsmijn Hendrik, de derde staatsmijnzetel, via het emplacement en vervolgens via een dubbel spoor, aangesloten op de reeds in productie verkerende staatsmijn Emma. Via de staatsmijn Emma werden de gedolven kolen vervolgens via het tracé Emma, Nuth, Schinnen en Geleen naar de Staatsmijnhaven in Stein vervoerd.

Op dit laatste traject zouden later ook de staatsmijn Maurits te Lutterade, Geleen alsook de Emma-schacht IV (Schinnen) worden aangesloten, evenals de Cokesfabriek Emma II te Beek.

Het mijnspoor vanuit de staatsmijn Hendrik naar de staatsmijn Emma zou twee wegen kruisen, de Akerstraat, nabij het Bodemplein in Brunssum en de Wieënweg nabij de Kruisberg in Brunssum, alvorens aan te sluiten op het staatsmijn-Emma-emplacement nabij de cokesfabriek Emma.

Om het mijnspoor te kunnen dragen werd over de Akerstraat in Brunssum, nabij het Bodemplein een eerste viaduct gerealiseerd. Het viaduct bood weinig ruimte aan het verkeer dat er onderdoor moest. Er paste een rijbaan van slechts 7 meter breedte onder en voetgangers en fietsers moesten lopend onder het viaduct door.

Locomotief met een lading mijnsteen op het steenstort Emma-Hendrik (Foto: Heemkunde Brunssum)

Het trottoir en de later, aan de zuidkant aangelegde fietspaden liepen niet onder het viaduct door. Hierop werd begin 1951 besloten om het viaduct te verbreden. Er zouden naast de bestaande doorgang, die overigens gewoon begaanbaar moest blijven tijdens de verbreding, aan weerszijden twee extra onderdoorgangen worden gemaakt. Aansluitend zouden de voet- en fietspaden worden doorgetrokken.

De Graafschapbode 19-06-1914

Viaduct over de Akerstraat nabij het Bodemplein rond 1915 (Foto: Heemkunde Brunssum)

1917 (Wieënweg)

Ook zou het mijnspoor, in de buurt van de Kruisberg, de Wieënweg (richting Brugstraat) kruisen. Hier werd een brug over het mijnspoor gebouwd, zodat het verkeer ongehinderd doorgang kon vinden. Ook deze brug werd tijdens de aanleg van het mijnspoor gerealiseerd. Deze brug zou later tevens een taak hebben in het dragen van Gas- en luchtleidingen van-en-naar de beide staatsmijnen.

Vanuit het emplacement van de staatsmijn Hendrik ging een dubbel spoor richting de staatsmijn Emma. Tussen de beide, bovengenoemde viaducten vertakte het mijnspoor in meerdere sporen, ten behoeve van de plaatsing van kolenwagons.

Op de kaart (rechts) is de brug ingetekend, die doorgang verschafte van de Wieënweg naar de Spoorstraat en de Brugstraat.

 

(Boven): Met paard en wagen over de brug over het mijnspoor.

(Midden): Een paar dames op de brug. Goed te zien is het dubbele spoor tussen de beide staatsmijnen.

(Rechts): Een foto genomen vanaf de brug richting de staatsmijn Hendrik. Rechts langs het spoor lopen de gas- en luchtleidingen van de staatsmijn Emma naar de staatsmijn Hendrik.

Een aftakking bij Treebeek

Halverwege de vorige eeuw bestond er een aftakking van het mijnspoor Emma-Hendrik, nabij de Spoorstraat in Treebeek. Op dit zijspoor werd door de Staatsmijnen een lege open goederenwagon geplaatst, waarin de buurtbewoners hun afval kosteloos in konden dumpen.

Een blik op de beide sporen in de richting van de staatsmijn Emma rond 1950, vanaf de spoorbrug over de Wieënweg.

Rechts in de foto, de open goederenwagon voor het dumpen van afval voor de buurtbewoners. Via deze "stortbuun" werd het door de Staatsmijnen opgehaalde huisvuil in de koloniëen Treebeek en Haansberg, en deze spoorwagons gestort om vervolgens te worden afgevoerd naar het steenstort. (Foto: Heemkunde Brunssum)

Rechts op de foto hierboven is de aftakking te zien die richting de Kruisberg afbuigt (ca. 1920) (Foto: Heemkunde Brunssum)

Een aftakking nabij de Kruisberg

Ook bestond er rond 1920 een aftakking van het mijnspoor Emma-Hendrik, nabij de Kruisberg, richting Spoorstraat. Dit zijspoor werd waarschijnlijk aangelegd, voor de aanlevering van bouwmaterialen ten behoeve van de bouw van de mijnkolonie de Haansberg (Toen nog een gedeelte van Treebeek. De wijk Treebeek liep namelijk van de Akerstraat-Noord in Hoensbroek, tot de Akerstraat, Bodemplein en Rumpenerstraat in Brunssum.)

Limburgs Dagblad 15-01-1951

Op de foto hiernaast is goed te zien hoe smal het eerste viaduct over de Akerstraat was.

De Akerstraat vanonder het viaduct (Foto: Heemkunde Brunssum)

Limburgs-Dagblad van 18-06-1957

Het viaduct over de Akerstraat rond 1950 (Foto: Heemkunde Brunssum)

Het viaduct over de Akerstraat na de verbreding in 1957 (Foto: Heemkunde Brunssum)

1951 (Akerstraat)

In juni 1951 startten de voorbereidingen voor de verbreding van het viaduct over de Akerstraat. Er zouden aan weerskanten van het bestaande viaduct, twee nieuwe, kleinere tunnels worden gemaakt ter bevordering van de doorstroom van voetgangers en fietsers.

Het zou echter nog tot 1957 gaan duren, eer er een begin werd gemaakt met de verbreding van het viaduct.

Het mijnspoor achter de huizen aan het Bodemplein door. Rechts de gas- en luchtleidingen die van de Emma naar de Hendrik liepen rond 1950 (Foto: Heemkunde Brunssum)

1952 (Rimburgerweg)

In 1952 geven de Staatsmijnen te kennen het bestaande viaduct over de Rimburgerweg, ten oosten van het mijnterrein van de Hendrik, te willen gaan uitbreiden. Dit was volgens hen nodig om de vervoerscapaciteit uit te breiden. Uiteindelijk was het de bedoeling om een dubbel spoor aan te leggen en om een weg over het viaduct aan te leggen ten behoeve van het autoverkeer. Ook was er de intentie om twee smalsporen aan te leggen. De uitbreidingswerkzaamheden zouden kort hierop beginnen.

De aanleg van het nieuwe viaduct in 1952

De aanleg van het nieuwe viaduct in 1952.

Een kijkje over het viaduct in de richting van het steenstort

De uitbreiding bestond uit een tweede viaduct, dat aan de zuidkant tegen het bestaande viaduct zou worden gebouwd. Dit tweede viaduct zou echter niet meer de karakteristieke boogvorm krijgen, maar een veel modernere en strakkere, hoekige vorm.

Limburgs Dagblad 19-09-1952

Het oorspronkelijke viaduct over de Rimburgerweg anno 1950

Het nieuwe, hoekige viaduct ter verbreding van het bestaande viaduct

Het nieuwe viaduct over de Rimburgerweg anno 1960

Het nieuwe viaduct over de Rimburgerweg anno 1960

Het nieuwe viaduct over de Rimburgerweg anno 1960

1957 (Akerstraat)

Op maandag 25 februari 1957 zou om 16.00 uur de toenmalige burgemeester van Brunssum, aan de directie van de Staatsmijnen in Limburg, de heer H. H. Wemmers, officiëel overdragen, het reliëfwerk, dat in het verbrede viaduct over de Akerstraat is aangebracht en dat is geschonken door de burgers van Brunssum, ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de Staatsmijnen in 1952.

De reliëfs, gemaakt door beeldhouwer Wim van Hoorn, zouden daarna door de heer Wemmers worden onthuld. Het aanbrengen van de reliëfs heeft nogal een tijd op zich laten wachten, omdat eerst de verbreding van het viaduct tot stand moest komen, dat pas in 1957, zes jaar na de aankondiging ervan, gebeurde.

2 mei 1952 Brunssum schenkt Staatsmijnen een huldeblijk

De reliëfs aan het viaduct over de Akerstraat zijn overigens gered van de slopershamer, toen in 1970 het viaduct vervangen werd door een nieuw viaduct. De reliëfs werden uiteindelijk geplaatst aan de achterkant (vijverpark-zijde) van het nieuwe Gemeentehuis.

De reliëfs zoals deze thans zijn bevestigd aan de gevel aan de vijverpark-zijde van het nieuwe gemeentehuis (Klik op de afbeeldingen voor een vergroting 2014) (Foto: Ron Slangen)

Onthulling reliëfs aan het viaduct aan de Akerstraat op 25 februari 1957

Onthulling reliëfs aan het viaduct aan de Akerstraat op 25 februari 1957

Onthulling reliëfs aan het viaduct aan de Akerstraat op 25 februari 1957

Onthulling reliëfs aan het viaduct aan de Akerstraat op 25 februari 1957

1969 (Akerstraat)

Een nieuw miljoenenproject diende zich aan. Binnen afzienbare tijd zou er een begin worden gemaakt met de realisering van een van de meest rigoureuze plannen die in Brunssum waren uitgevoerd. De Akerstraat werd toen in zijn geheel, over 1300 meter gereconstrueerd, waarin ingrijpende veranderingen op tal van punten in deze belangrijke verbinding met Heerlen waren opgenomen. Vooral de kruispunten zouden na de realisering van dit plan op grote schaal uitgebreid worden.

Het viaduct over de Akerstraat vormde in deze reconstructie een grote moeilijkheid. Door de opheffing van de rijwielpaden werd de rijweg onder het viaduct te smal, als de fietsers zich noodgedwongen op de rijbaan voor het gemotoriseerde verkeer moesten voegen. Men overwoog derhalve het oude viaduct af te breken en een nieuw ervoor in de plaats te zetten, dat met een enkele overkapping de gehele rijweg zou overspannen. De beide pilaren die eerst nog de fietspaden van de hoofdrijbaan scheidde, waren dan verdwenen. De gemeenteraad van Brunssum keurde de plannen goed en er was een geldbedrag geraamd van zo'n 2,5 miljoen Gulden. Hiervan kwam ongeveer 600.000 Gulden voor rekening van de gemeente Heerlen en de Staatsmijnen. Van het resterende bedrag droeg de Provincie destijds zo'n 70% bij. De rest kwam voor rekening van de gemeente Brunssum. De realisering zou na goedkeuring van de betrokken instanties, een jaar in beslag gaan nemen. De plannen waren ontworpen door de dienst Gemeentewerken van de gemeente Brunssum. (Klik HIER voor het originele krantenartikel van het Limburgs Dagblad van 02-02-1970).

Over het viaduct heen liep de spoorverbinding tussen de staatsmijn Hendrik (sinds 1967 de Afcent) en de staatsmijn Emma, evenals de railverbinding tussen het industrieterrein "Bouwberg", waar reeds aftakkingen waren gemaakt naar de plasticfabrieken van Curver en de steenindustrieën op de steenberg. Het mijnspoor sloot in Nuth aan op het net van de Nederlandse Spoorwegen.

De fietspaden zouden in hun toenmalige vorm verdwijnen. De gescheiden rijbaan onder het viaduct door zou inclusief de middenberm zo'n 19 meter breed worden. De rijbanen zouden niet alleen hier, maar ook in het verdere verloop van de Akerstraat richting Heerlen, gescheiden worden. Dit zou een belangrijke verbetering worden in de verkeerstechnische situatie, want tot dan was de gehele rijbaan slechts 7 meter breed. De fiets- en voetpaden maten samen slechts iets meer dan 4 meter breedte. De aparte doorgangen voor deze paden werden in 1957 aangelegd, toen ook al bleek dat de hoofdrijbaan het verkeer onvoldoende doorstroming kon leveren. Het nieuwe viaduct zou ook nog een geringere diepte krijgen. Zo zou deze van 19 meter naar 12,5 meter worden. De doorrijhoogte zou in het midden zo'n 5 meter gaan bedragen, terwijl deze aan de zijkanten op ruim 4.70 meter kwam. De doorrijhoogte van het oude viaduct, dat ruim een halve eeuw vóór het nieuwe werd gebouwd, bedroeg 4.70 meter over de gehele breedte.

Verwacht werd dat men in april 1971 met de bouw van dit nieuwe viaduct kon starten. Een voordeel van de bouwwijze die men ging toepassen was, dat het oude viaduct, tijdens de bouw van het nieuwe, gewoon gebruikt kon blijven worden, zowel door het eronderdoor- als het eroverheengaande verkeer. De sloop van het oude viaduct kreeg een spectaculair tintje, want het werd na voltooiing van de nieuwe overspanning, met dynamiet tussen deze nieuwe constructie uitgeschoten. De kosten voor de sloop bedroegen destijds rond de 80.000 Gulden.

Het nieuwe, derde viaduct

"Een voordeel van de bouwwijze die men ging toepassen was, dat het oude viaduct, tijdens de bouw van het nieuwe, gewoon gebruikt kon blijven worden, zowel door het eronderdoor- als het eroverheengaande verkeer".

 

Klik hier voor het originele krantenartikel over het wegschieten van het oude viaduct.

Klik hier voor de foto's van de bouw van het derde en laatste viaduct over de Akerstraat.

1979 (Akerstraat)

30 maanden en een onbekend aantal wagons mijnsteen, afkomstig van de in 1967 hernoemde staatsmijn Emma-Hendrik te Treebeek, stond het viaduct er verlaten bij. Per kwartaal dat het sinds de bouw ervan in gebruik was, kostte het 100.000 Gulden. De fabrieken op het industriegebied "Bouwberg" waren hun aansluiting op het spoorwegnet kwijt. De miljoenen die enkele jaren ervoor waren uitgegeven om die aansluiting te realiseren, leken weggegooid.

In de jaren 1967 en 1968 heeft het industrieschap Oostelijke Mijnstreek ongeveer 1.000.000 Gulden uitgegeven om het industrieterrein Bouwberg aan te sluiten op het spoorwegnet van de Staatsmijnen. Dat mijnspoor had in Nuth een aansluiting op het spoorwegnet van de Nederlandse Spoorwegen, zodat de industrieën hun goederen konden vervoeren. In 1970 heeft de gemeente Brunssum nog eens 1.000.000 Gulden uitgegeven aan de vervanging van het viaduct over de Akerstraat. Dat geld leek toen voor niets uitgegeven, toen DSM (de vroegere Staatsmijnen) de rails tussen Hoensbroek (Treebeek) en Brunssum had weggehaald. Na de sluiting van de staatsmijn Emma (in 1967 staatsmijn Emma-Hendrik geheten) was er voor DSM geen reden meer om de spoorlijn te handhaven In 1970 voorzag men dit al en is men met allerlei instanties gaan overleggen, wat de mogelijkheden waren om de spoorlijn te handhaven. Men heeft tevens de spoorlijn aan de N.S. aangeboden. De N.S. voelde er echter niets voor om de spoorlijn te gaan exploiteren, omdat men uitgerekend had dat het pas zou lonen om de lijn in stand te houden, als er méér dan 3000 wagons per jaar over zouden gaan rijden. Als de industrieën op het industrieterrein op de Bouwberg alle vervoer over de weg zouden stoppen en voortaan alles per trein zouden gaan vervoeren, zouden zij samen slechts 700 tot 800 wagons per jaar nodig hebben.

Overleg met andere instanties leverde ook niets op. Men wilde de spoorlijn wel in stand houden, maar schrokken terug voor de grote geldbedragen die ermee gemoeid zouden zijn. De industrieën die zich op de Bouwberg vestigde, zoals Curver, Maaskabel, Korpershoek en Herman Schmidt hebben geen van allen ooit veel gebruik gemaakt van de spoorlijn, maar betreuren toch dat de spoorlijn is opgeheven.

Het viaduct

In de Akerstraat lag toen het splinternieuw viaduct buiten gebruik. De bouw ervan was voltooid in november 1971. In datzelfde jaar liet DSM weten, de spoorlijn niet te zullen handhaven na de sluiting van de staatsmijn Emma-Hendrik. Toenmalig wethouder van Riet zei hierover: "Het viaduct moest er komen omdat de Akerstraat verbreed moest worden. Bovendien moest het zo breed worden, omdat DSM eiste dat het geschikt moest zijn voor een dubbel spoor". Een woordvoerder van DSM veklaarde: "We hebben er al in 1967 op gewezen dat de spoorlijn mogelijk na de sluiting van de staatsmijn Emma gesloten zou worden".

 

Het viaduct gaat de lucht in

Een uur later dan oorspronkelijk gepland is op 18 september 1979, om 18.55 het viaduct over de Akerstraat, nabij het Bodemplein met een doffe knal van zijn pijlers geschoten. Oorzaak van de vertraging waren moeilijkheden met het afzetten van een lijn, waarachter het publiek, dat met duizenden naar het schietgeweld was komen kijken, veilig van een en ander getuige kon zijn.

Aanvankelijk stond het publiek aan de kant van de ingang van Afcent (het toenmalig hoofdkwartier van de NAVO in Brunssum), zo'n 100 meter van het viaduct af. Maar toenmalig, plaatsvervangend korpschef van Politie Buijink vond het blijkbaar toch te riskant. Een handjevol Brunssumse agenten, geassisteerd door enkele Marechaussees probeerde de mensenmenigte achteruit te krijgen. Maar dat ging bijzonder traag. Om het publiek uiteindelijk tot op een afstand van 200 meter te krijgen, werd een vol uur gedaan.

Even voor zeven, kon de het mijnspoorviaduct omhooggeschoten worden. Zware staalnetten zorgden ervoor, dat de brokstukken niet te ver konden vliegen. Woonhuizen in een straal van een ruime 100 meter in de omtrek van het viaduct, waren ontruimd.

Op het terrein van Afcent werden eigen maatregelen getroffen. De firma van de Akker, die het schietwerk verrichtte, begon ongeveer twee weken ervoor met het aanbrengen van de 680 schietgaten in het dek van het viaduct. Na het aanbrengen van de lading werd een en ander afgedekt met zand en rubber.

Met een doffe knal wordt het viaduct van zijn pijlers geschoten (Foto: Heemkunde Brunssum)

Met een doffe knal wordt het viaduct van zijn pijlers geschoten (Foto: Heemkunde Brunssum)

De explosie verliep volgens de experts perfect. Verwacht werd dat het puin binnen een week zodanig opgeruimd was, dat het verkeer weer normaal over de Akerstraat kon rijden. Over het viaduct dat toen nog geen 10 jaar oud was, zouden slechts 6 kolentreinen hebben gereden.

Opruimen van de overblijfselen van het laatste viaduct over de Akerstraat (Foto: Heemkunde Brunssum)

Opruimen van de overblijfselen van het laatste viaduct over de Akerstraat (Foto: Heemkunde Brunssum)

Opruimen van de overblijfselen van het laatste viaduct over de Akerstraat (Foto: Heemkunde Brunssum)

Opruimen van de overblijfselen van het laatste viaduct over de Akerstraat (Foto: Heemkunde Brunssum)

Maanden na de explosie doet niets meer vermoeden van een viaduct met daarover het mijnspoor (Foto: Heemkunde Brunssum)

1981 (Rimburgerweg)

Ook het viaduct over de Rimburgerweg is overbodig en wordt gesloopt.

Afsluiting Rimburgerweg; het gedeelte Rimburgerweg tussen de Beekstraat en de Venweg was vanaf maandag 17 augustus 1981 gesloten voor alle verkeer, inclusief fietsers en voetgangers. Het verkeer werd omgeleid via de Akerstraat. De afsluiting, die ongeveer een maand zou duren, vond plaats in verband met de sloop van het oude viaduct over de Rimburgerweg.

Half september 1981 zou het verkeer weer gebruik kunnen maken van de druk bereden Rimburgerweg, toen alle sloopwerkzaamheden volgens schema waren verlopen. Alle overblijfselen van het voormalig mijnspoorviaduct waren weggeruimd. Het verkeer werd de drie weken ervoor omgeleid, om de sloop van het met instorting bedreigde, "laatste toegangspoort" van Brunssum, die aan de mijnindustrie herinnerde, mogelijk te maken.

Kort na de opruimingswerkzaamheden zou een begin worden gemaakt met de ontsluitingsweg tegenover de Venweg (later in de volksmond de betonbaan genoemd), die naar het materieeldepot van het Amerikaanse leger, dat gebouwd was op het voormalige steenstort van de Emma-Hendrik, zou leiden. (Foto's: Heemkunde Brunssum)

 

Limburgs-Dagblad-15-08-1981

De sloop van het viaduct over de Rimburgerweg

De sloop van het viaduct over de Rimburgerweg

De sloop van het viaduct over de Rimburgerweg

1989 (Wieënweg)

Ook de laatste herinnering aan het mijnspoor tussen de voormalige staatsmijnen Hendrik en Emma zou gesloopt gaan worden en wel op 2 oktober 1989.

De oude spoorbrug over het voormalig mijnspoor Emma-Hendrik vlak voor de sloop (Foto's: Heemkunde Brunssum)

Reden is de aanleg van de Emmaweg, die aangesloten zou worden op de Karel Doormanstraat aan Brunssumse kant en aan de Akerstraat-Noord aan Hoensbroekse kant. Deze nieuwe weg zou deels over het oude mijnspoor gelegd worden, waarbij de oude spoorbrug, nabij de Wieënweg en de Spoorstraat zou komen te verdwijnen.

In de ochtend van de tweede oktober 1989 startten de sloopwerkzaamheden aan de oude spoorbrug.

Opruimen van de overblijfselen van het laatste viaduct over de Akerstraat (Foto: Heemkunde Brunssum)

Opruimen van de overblijfselen van het laatste viaduct over de Akerstraat (Foto: Heemkunde Brunssum)

Van het oude mijnspoortracé was vrijwel niets meer te zien. Kort hierna zou hier de nieuwe Emmaweg gerealiseerd gaan worden. De aansluiting van de Wieënweg op de Karel Doormanstraat zou verlegd worden en uitkomen ter hoogte van de nog aan te leggen N276 richting Sittard. (Foto: Heemkunde Brunssum)

 

En zo zou er een einde komen aan de weinige herinneringen aan het mijnspoor, dat de staatsmijn Hendrik en de staatsmijn Emma met elkaar verbond en waarover meer dan 61 miljoen ton kolen vanuit de Hendrik richting Nuth zouden worden vervoerd. Het mijnspoor waarover het mijnsteen van de Emma richting het mijnsteenstort nabij de Bouwberg werd afgevoerd, maar ook alle materialen ten behoeve van de bouw van de Hendrik in 1915.