De voorgangers

De voorgangers

Tientallen oude vrij ondiepe mijnschachtjes zorgen opnieuw voor beroering in Kerkrade. Ze kunnen elk moment voor mijnschade zorgen. Daarnaast treedt er steeds vaker nieuwe mijnschade op als gevolg van de bodembeweging die wordt veroorzaakt door stijgend mijnwater. Grote vraag is: wie gaat dat betalen?

p het kaartje zijn de ongeveer zestig mijnschachten uit de 17e en 18e eeuw in Bleijerheide, Nulland en de Holz te zien. Ze zijn 50 tot 100 meter diep en kunnen voor spontane instortingen zorgen. De Nederlandse overheid neemt daar geen verantwoordelijkheid voor. „De wet zegt dat je als grondeigenaar zelf verantwoordelijk bent voor de eerste 100 meter onder het maaiveld”, legt Maurice Stevens van de gemeente Kerkrade uit.

Aan de Duitse kant van de grens, waar in de gemeente Herzorgenrath 630 van die schachtjes liggen, betaalt de Staat der Nederlanden wel de controle op de stabiliteit en een eventuele sanering van dertien van die eeuwenoude schachtjes. „Dat zijn de schachten die behoorden tot de concessie van de voormalige Nederlandse Domaniale Mijn.” Zes schachtjes zijn inmiddels op kosten van de Nederlandse belastingbetaler gesaneerd. Kosten gemiddeld 300.000 euro per schacht. (Bron: De Limburger)

In de omgeving van Kerkrade worden meerdere oude mijnen genoemd, o.a. de Prickkoul, St. Nikolas, de Feldkoul, de Gouvernementsmijn van Rolduc en de mijn Nulland.

 

 

 

 

 

 

 

Rechts: Mijnschachten rond de voormalige Voccartmijn (Foto: Gemeente Kerkrade)